Klik op de vraag om het antwoord te lezen of weer te sluiten.
De begrippen onderhoudsgeld, onderhoudsbijdrage, onderhoudsuitkering en alimentatie betekenen veelal hetzelfde. Al deze omschrijvingen duiden op het betalen van bijdragen in het onderhoud van een kind door de ouders of op het betalen van een bijdrage in het onderhoud van de behoeftige ex-partner.
In haar arrest van 14 september 2012 oordeelt het Hof van Cassatie over de elementen waarmee de rechter rekening dient te houden bij de toekenning van een onderhoudsuitkering na echtscheiding.
In principe dient de uitkering tot levensonderhoud waarop de minst vermogende ex-echtgenoot aanspraak kan maken, te worden vastgesteld op basis van de inkomsten van de partijen op het tijdstip van de overschrijving van de echtscheiding.
Zo dient het bedrag van deze uitkering te worden bepaald op grond van de inkomsten en middelen van de voormalige echtgenoten en op grond van de financiële mogelijkheden van de uitkeringsgerechtigde ten tijde van de voltrekking van de echtscheiding.
Een uitkering tot levensonderhoud kan – bij gebreke aan overeenkomst tussen de (voormalige) echtgenoten – op verzoek van de behoeftige echtgenoot door de rechtbank worden toegestaan in het vonnis dat de echtscheiding uitspreekt, dan wel bij een latere beslissing.
Wanneer een uitkering tot levensonderhoud door de rechtbank bij een latere beslissing wordt toegestaan, zal de rechter rekening moeten houden met de wijzigingen die zich in de bestaansmiddelen van de uitkeringsgerechtigde hebben voorgedaan in de periode van de uitspraak van de echtscheiding tot de beslissing omtrent de uitkering, ook indien het geen aanzienlijke of ingrijpende wijzigingen betreft.
In deze context rijst de vraag of de rechter eveneens rekening dient te houden met toekomstige of onzekere wijzigingen in de bestaansmiddelen van de uitkeringsgerechtigde. Het Hof beantwoordt deze vraag negatief.
Bij de beoordeling van de vraag of de behoeftige echtgenoot recht heeft op een onderhoudsuitkering na echtscheiding of bij de beoordeling van de hoogte van deze uitkering dient de rechter geen rekening te houden met toekomstige of onzekere wijzigingen in de bestaansmiddelen van de uitkeringsgerechtigde.
Zo kan de rechter geen rekening houden met de gelden die de ene partij mogelijks nog zal ontvangen uit de vereffening en verdeling van de huwgemeenschap aangezien deze gelden toekomstig, onzeker en nog niet beschikbaar zijn.
Voor de volledigheid vermelden we dat de artikels 221 & 223 B.W. en art. 591, 594, 628, 1253, 1280, 1254, 1320 en 1322 G.W. relevant zijn in de context van onderhoudsuitkeringen tijdens de procedure.
Voor het beantwoorden van deze vraag beperken we ons tot een toelichting over art 301 B.W. waarin sinds het in voege treden van de aangepaste echtscheidingswet op 01/09/2007 de uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding geregeld wordt. Lees het volledige art 301 B.W.
Wij illustreren dit aan de hand van twee vonnissen, één uit het arrondissement Antwerpen (2009) en één uit het arrondissement Brussel (2012). Bekijk de samenvatting van de vonnissen hier.
Beide ex-partners samen of een rechter kunnen het bedrag van de onderhoudsuitkering vastleggen. Wanneer een rechter het bedrag vaststelt houdt hij rekening met de 'staat van behoefte' van de echtgenoot die een onderhoudsuitkering vraagt. Er wordt echter geen éénvormige objectiverings- of rekenmethode gehanteerd door de verschillende rechtbanken.
Elementen om rekening mee te houden Wanneer een rechtbank het verzoek tot een onderhoudsuitkering evalueert zal zij rekening houden met de onderstaande elementen.
Bij toekenning legt de rechtbank het bedrag vast op basis van de staat van behoefte van de uitkeringsgerechtigde.
Wanneer ex-partners samen overeengekomen dat er een onderhoudsgeld betaald zal worden dan dienen minimaal volgende bepalingen te worden opgenenomen in de overeekomst:
Wanneer mensen uit elkaar gaan lopen de emoties soms heel hoog op. Met het gezamenlijk verleden en de details van ieders bijdrage wordt plots, al dan niet bewust, selectief omgegaan. De context waarin de relatie van in het begin tot op het moment van het scheidingsbesluit geëvolueerd is wordt tijdelijk een blinde vlek.
Om een evenwichtige regeling tot stand te laten komen is het nochtans van belang om de economische bijdrage van beide partners in het partnerschap te objectiveren. Het gaat dan niet enkel over het inkomen waarmee elk van hen heeft bijgedragen aan de gemeenschap maar ook over elementen zoals tijd, beschikbaarheid, bijdrage in natura, keuze van het laten voorbijgaan van een carrière enz.
De onderstaande uitspraken zijn heel herkenbaar in de context van een scheiding.
Er bestonden tot voor kort geen rekenmodellen die voor de professionele dienstverleners en voor de scheidende koppels beschikbaar zijn.
Eind jaren negentig peilde advocaat Jan Roodhooft bij een aantal vrederechters naar de verschillen in toekenning van onderhoudsuitkeringen bij een eenvoudige en min of meer identieke situatie. Uit de steekproef bleek dat bij de verschillen schommelden tussen het toekennen van nul euro en 620 euro per maand… Mr. Roodhooft ontwikkelde daaropvolgend in het kader van zijn doctoraatsthesis een rekenmodel dat gedurende enige tijd beschikbaar was op CD-Rom.
Sinds de nieuwe echtscheidingswet van 2007 is de methode Roodhooft volgens onze informatie niet meer in gebruik. Gebaseerd op recente feedback van advocaten zijn de verschillen in vonnissen over vergelijkbare situaties bij scheidende koppels nog steeds substantieel. Met andere woorden, meer dan 15 jaar na de steekproef van Mr. Roodhooft is er rond dit thema weinig vooruitgang. Er is voorlopig nog geen gestandaardiseerd normeringsmodel.
Om die reden bouwt het team van de Pareto Group samen met de studiedienst van de Gezinsbond een objectiveringsinstrument dat scheidende koppels en dienstverleners waaronder bemiddelaars, advocaten, notarissen en boekhouders helpt om tot een evenwichtig resultaat te komen. De nieuwe rekenmodule wordt in september gepubliceerd op deze website.
Onderhoudsuitkeringen voor de ex-partner zijn voor 80% aftrekbaar in de aangifte van de personenbelasting van de betaler en dit onder volgende voorwaarden:
Bovenstaand is van toepassing op zowel de regelmatig betaalde onderhoudsuitkeringen als op de éénmalige uitkering onder de vorm van een kapitaal. Wanneer de éénmalige kapitaalsuitkering opgesplitst wordt in meerdere gespreide betalingen (toegestaan door de fiscus) dan is de aftrek is in dit laatste geval steeds beperkt tot inbreng van het deel van het kapitaal dat daadwerkelijk betaald werd in het betrokken inkomstenjaar.
Ontvangen onderhoudsuitkeringen door de ex-partner dienen te worden aangegeven in de personenbelasting van de ontvanger. Afhankelijk van het gegeven of deze onderhoudsuitkeringen regelmatig (bv. maandelijks) of éénmalig als een kapitaal worden betaald gelden onderstaande fiscale regels:
Tabel voor het bepalen van het jaarlijks aan te geven bedrag in geval van éénmalig ontvangen onderhoudsuitkeringen. Vermenigvuldig het ontvangen kapitaal met 80% en met het percentage in functie van uw leeftijd (omzettingsrente). U geeft dat bedrag elk jaar aan vanaf het jaar van ontvangst tot en met uw overlijden.
Leeftijd bij de betaling of toekenning
Percentage
40 jaar en minder
1
41 tot 45 jaar
1,5
46 tot 50 jaar
2
51 tot 55 jaar
2,5
56 tot 58 jaar
3
59 en 60 jaar
3,5
61 en 62 jaar
4
63 en 64 jaar
4,5
65 jaar en meer
5
Bron: Circulaire nr. Ci. RH. 26/592.612 (AOIF 46/2010) van 29 juni 2010
In 2010 heeft de fiscus een circulaire gepubliceerd met betrekking tot de fiscale aftrek van de onderhoudsuitkeringen die aan de gehuwde partner worden betaald in het jaar van de feitelijke scheiding (partners wonen niet meer samen maar de echtscheiding is nog niet voltrokken/ingeschreven in de Bugerlijke Stand).
De betaalde onderhoudsgelden in het jaar van de feitelijke scheiding zijn fiscaal aftrekbaar (mits alle wettelijke voorwaarden zoals hierboven vermeld vervuld zijn) voor zover ze bij de ontvanger als diverse inkomsten worden aangemerkt. In dat geval mogen ze dus als uitkeringen tot onderhoud worden afgetrokken.
Om praktische redenen aanvaardt de fiscus nu dat beide partners een afzonderlijk aangifteformulier mogen invullen, die nadien voor de berekening van de eindbelasting samengevoegd worden. Let op, wanneer in de gemeenschappelijk aangifte enkel de onderhoudsuitkeringen worden afgetrokken dan zal de aangifte door de fiscus worden gewijzigd (d.m.v. een bericht van wijziging) en zullen de onderhoudsuitkeringen bij de andere echtgenoot als een divers inkomen worden opgenomen.
De onderhoudsuitkeringen zijn belastbare diverse inkomsten ten belope van 80% van het ontvangen bedrag. Dit belastbaar gedeelte is globaal belastbaar aan de progressieve belastingtarieven (gaande van 25% tot 50% te verhogen met de gemeentebelastingen). De echtgenoot die de onderhoudsuitkeringen betaalt kan deze fiscaal slechts aftrekken ten belope van 80%. De aftrek is een zogenaamde aftrekbare besteding en levert een belastingbesparing op aan het marginaal belastingtarief (d.i. dus tot maximaal 50% + gemeentebelastingen).
indexatie berekenen.
Of er al dan niet een onderhoudsuitkering toegekend / verkregen wordt maakt verplicht deel uit van een scheidingsovereenkomst. En indien er een onderhoudsuitkering afgesproken wordt moeten de voorwaarden duidelijk omschreven worden. Stof tot nadenken dus en gezien er geen exacte formule bestaat om de hoogte van de onderhoudsuitkering te berekenen, is dit een gevoelige materie die best via bemiddeling aangepakt wordt. Onze erkende scheidingsbemiddelaars staan ter uwer beschikking.
bemiddelaar contacteren
U kan ook uw scheidingsovereenkomst gratis online voorbereiden - klik hier.
Wanneer de alimentatie voor u of uw kind niet meer of geregeld laattijdig betaald wordt dan kan u best een bemiddelaar of een advocaat gespecialiseerd in familierecht contacteren.
advies vragen
Lees meer over bemiddeling op www.ScheidingsConsulenten.be